Het voeren van een goed debat

Zo viel ten eerste op dat lijsttrekkers de neiging hebben om de stelling aan te gaan vallen en gebruik te maken van zogenaamde ad hominems (de ‘jij-bak’). Met een heldere argumentatiestructuur (‘dit vind ik hierom en hierom’) bedien je de zwevende kiezer veel beter.

Veel wedervragen

Ten tweede stelden de politici veel wedervragen. Dit bracht het debat niet verder. Je kunt beter ingaan op elkaars argumenten en proberen elkaars beweegredenen inzichtelijk te maken. Dit is effectiever dan elkaar de loef af te steken met wedervragen. Die ook nog vaak bedoeld waren om de kennis te etaleren.

Gebruik van retorische stijlmiddelen

Gedurende het debat werd er relatief weinig gebruik gemaakt van stijlmiddelen zoals de drieslag of de alliteratie. In de voorbereiding is het altijd goed om deze te bedenken en te gebruiken in het debat. Deze zinnen blijven hangen bij de kiezer en zorgen ervoor dat je als politieke partij de overhand krijgt. Een bekend voorbeeld is ‘U draait en u bent niet eerlijk’ van Jan-Peter Balkenende tegenover Wouter Bos. Een one-liner die de verkiezingen van 2006 blijvend hebben veranderd.

Disneyland politiek

Nu bleven veel stijlmiddelen op de vlakte. Er waren natuurlijk wel enkele voorbeelden van framing. Zoals ‘Disneyland politiek’ gebruikt door Thierry Baudet tegenover Jesse Klaver. Hierop antwoordde Klaver met dat Baudet gelooft in ‘fantasie politiek’. Maar dit had nog beter en pakkender gekund wat ons betreft.

Conclusie lijsttrekkersdebat 7 maart 2019

Kortom, het debat was al redelijk informatief en spannend, maar de politici mogen zich hier nog bewuster van zijn. Daarnaast moedigen wij het gebruik van de retorica en zijn stijlmiddelen meer toe. Op naar de volgende debatten en de verkiezingen van 20 maart!