Overtuigen

Waarom de paneldiscussies meestal niet werken

de paneldiscussie die niet werken

Waarom de paneldiscussies meestal niet werken

Donatello Piras is 10 jaar professioneel dagvoorzitter, presentator en debatleider en ergert zich groen en geel aan de meeste paneldiscussies. De meeste paneldiscussies werken niet en dat is om drie redenen.

Laat je inspireren door interactie-methodes

Op zoek naar inspirerende interactie-methodes voor jouw bijeenkomst? Wij hebben een brochure gemaakt met slimme werkvormen die je helpen om je publiek te betrekken bij jouw event. Download het document hieronder.

Er is geen meningsverschil in een paneldiscussie

“Dan gaan we nu luisteren naar een debat tussen een aantal experts.” Zo begint de dagvoorzitter vaak aan een discussie om vervolgens 7 personen aan te kondigen. Vervolgens stelt de dagvoorzitter een algemene vraag over het onderwerp. Laten we zeggen: duurzaamheid. En het komende half uur luistert de zaal naar een uiteenzetting van intelligente mensen, maar matige sprekers die de naam debat absoluut niet verdient. Vaak ligt dit aan een gebrek aan meningsverschil. Een open vraag over het belang van samenwerking binnen de duurzaamheidssector leidt bijna altijd tot gezapige en onnavolgbare verhandelingen van de sprekers. De paneldiscussie verwordt zo tot een marteling van de aanwezigen die zich wanhopig afvragen waarom ze eigenlijk aanwezig zijn.

Gebruik een vraag of stelling in een paneldiscussie

Zorg dus voor een goede kapstok via een centrale vraag of stelling. De stelling moet een meningsverschil bevatten als je tenminste een interessante discussie of debat wilt. En het meningsverschil moet zowel leven in de zaal als op het podium. In de zaal moeten de aanwezigen namelijk geprikkeld worden om het gesprek op het podium te volgen en tegelijkertijd aan het denken te worden gezet. Op het podium moet via het meningsverschil de achterliggende argumentatie of visie duidelijk worden. En je hebt echt geen zeven personen nodig om dit uit te leggen. Twee of drie, mits interessant is al ruim voldoende.

Verkeerde mensen betreden het podium

We onderscheiden in Nederland over het algemeen drie typen congressen. De eerste categorie zijn de congressen die georganiseerd worden door de organisatie of branchevereniging zelf. Het jaarcongres wordt – zoals het woord zegt – jaarlijks georganiseerd en daar wordt een thema bij gezocht. De tweede categorie zijn de congressen op thema waar meerdere partijen de handen ineenslaan. Die ontstaan vaak uit een inhoudelijke grond om een thema te bespreken: schaliegaswinning, de 3 decentralisaties in de zorg of de nieuwe onderwijsvisie in het beroepsonderwijs. De laatste categorie wordt gevormd door de commerciële congresorganisaties. Het voordeel is dat ze professioneel worden aangepakt, vaak staat er qua productie en catering een interessant congres. Het nadeel is dat ze afhankelijk zijn van sponsoring. En wie betaalt, bepaalt. En dus staan vaak de verkeerde mensen op het podium.

Topmannen en -vrouwen in een paneldiscussie

Als KPMG, ABN AMRO en het ministerie van OCW hebben betaald, moet de topman of vrouw natuurlijk een podiummoment krijgen. De paneldiscussie is vaak de plaats waar dit gebeurt. Of deze mensen inhoudelijk iets te melden hebben is vaak geen criterium. Ook de spreekvaardigheid van deze persoon doet er niet toe. En daar gaat het gruwelijk fout. De meeste deelnemers aan een paneldiscussie zouden nooit bij DWDD, Pauw of RTL Late Night aan tafel belanden. Waarom niet? Omdat ze niet kunnen spreken. Ze hebben te lang nodig om hun punt te maken, hebben geen structuur en zijn vaak oersaai. En dus kost het de aanwezigen moeite en energie om ze te volgen. Tip: selecteer als congresorganisatie ook op spreekvaardigheid. En stel eisen aan je sprekers. De zaal verdient het.

De slechte begeleiding in een paneldiscussie

Tot slot maakt het ook wel uit wie de dag aan elkaar praat. Is de dagvoorzitter een professional of leidt hij of zij de jaarlijkse goede-doel-actie goed? Dat maakt wel verschil. Juist omdat een paneldiscussie gebaat is bij scherpe  en juiste vragen. De dagvoorzitter moet zowel op de stoel van de aanwezigen gaan zitten en de vragen stellen die in de zaal leven als ook de juiste sfeer bewaren. Maar daarnaast moet de dienstdoende presentator de sprekers en de zaal aan het woord laten en niet zichzelf.

Laat de zaal spreken!

Dus de inhoudelijke expert MVO moet niet de discussie leiden maar zelf op het podium gaan staan. En als het een slechte spreker is? Dan zit hij in de zaal. Want een goed congres, is een congres waar de zaal minimaal de helft van de tijd aan bod komt. Ook bij de paneldiscussie.

Gerelateerde berichten